Quantcast
Channel: » Gastauteurs
Viewing all articles
Browse latest Browse all 10

Tom de Keyzer over Triëst

$
0
0

Tom de Keyzer werkt als leraar Nederlands aan het KA Antwerpen en als literair vertaler uit het Italiaans. In 1997 ging hij met een Erasmusbeurs studeren aan de vertalers- en tolkenschool van Triëst, waar hij geïntrigeerd raakte door zijn schrijvers en zijn geschiedenis. De interesse bleek zo groot dat hij jaren later, in 2005, in de stad ging wonen en er Nederlands ging doceren. Van zijn verblijf in Triëst bracht Tom de Keyzer verslag uit op de buitenlandblog van De Standaard. Na zijn terugkeer naar België begon hij stukken over Triëst te publiceren en lezingen te geven. Hij werkt momenteel aan een biografie over Italo Svevo die ‘De geest van Triëst‘ zal heten.

Tom de Keyzer schreef voor Italia Magia een korte tekst over Triëst – Trieste in het Italiaans – en de drie manieren om de stad te benaderen. Een eerste kennismaking met de stad van Italo Svevo, Umberto Saba en de Belgische prinses Charlotte.

Drie wegen naar Triëst

Trieste MiramareVolgens Silvio Benco, schrijver van de allereerste volwaardige reisgids over Triëst (1910), de voornaamste stad in Friuli-Venezia Giulia, vlak bij de Sloveense grens, zijn er eigenlijk maar drie wegen die naar de stad leiden: de Via di Nabresina, die de grillige bergflanken volgt en de stad met lange tussenpozen aan het oog onttrekt; de Via di Opicina, die je eerst tot boven op de hoogvlakte voert en je vervolgens in lange lussen meeneemt naar het verbluffende panorama van stad en zee dat zich aan je voeten uitstrekt; en de costiera, de kustweg, die ongeveer twintig kilometer lang de Adriatische Zee volgt en Triëst bijna constant in het vizier houdt.

Eerste indrukken zijn belangrijk, zeker als je een stad zoals Triëst bezoekt. Wie er vanuit Italië met de trein naartoe gaat, volgt onvermijdelijk het eerste traject en krijgt het spectaculaire karstlandschap voorgeschoteld dat de stad omgordt: weerbarstige kalksteenrotsen met een verrassende flora. Ze geven de omgeving een woeste ongereptheid en vormen een voorproefje op de Val Rosandra, een natuurpark dat op het verlanglijstje van Unesco én van heel wat bergbeklimmers staat. Of op de Grotta Gigante, ’s werelds grootste toegankelijke druipsteengrot, die door ondergrondse rivieren in het kalkgesteente is uitgesleten.

Wie blindelings op zijn gps vertrouwt, wordt dan weer via Opicina geleid, een dorp op het plateau boven Triëst. Vanwege de gezonde buitenlucht bouwde de gegoede burgerij, rijk geworden met de handel of de rederij, hier op het eind van de negentiende eeuw haar zomervilla’s. Het was in een van deze buitenverblijven – de villa Tika – dat Ettore Schmitz, beter bekend als Italo Svevo, in de zomer van 1922 zijn meesterwerk La coscienza di Zeno (‘Bekentenissen van Zeno’) schreef. Daal je verder af naar de stad, dan is de literatuur overigens nooit ver weg: naast Svevo hebben ook James Joyce, die ongeveer 15 jaar in Triëst woonde, en de dichter Umberto Saba er een standbeeld op straatniveau, zodat het lijkt alsof ze nog steeds door de straten dwalen. Voor literaire spoorzoekers zijn er tegenwoordig trouwens wandeltrajecten uitgestippeld die je langs de belangrijkste plekken uit hun leven en hun boeken leiden.

Maar de geliefkoosde invalsweg van de triestini is zonder meer de costiera. Vanwege de zee, waaraan Triëst haar bestaan dankt (al zat ook de beslissing van de Habsburgse keizer Karel VI er voor iets tussen, die de stad vanaf 1719 in ijltempo tot de vrijhaven van zijn rijk uitbouwde). Vanwege het sprookjesachtige Miramare-kasteel, waar aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk en de Belgische prinses Charlotte nog enkele jaren huwelijksgeluk deelden (al was dat geluk geen lang leven beschoren: na de executie van haar man, die in Mexico van de troon was gestoten, werd Charlotte compleet gaga terug naar België gevoerd, eerst naar Laken, daarna naar Meise, waar ze in 1927 overleed). Vanwege de vier kilometer lange zeeboulevard van Barcola, waar de triestini ongeacht hun leeftijd in piepkleine stukjes textiel op het wandelpad liggen te braden (al heb je aan de andere kant van de stad ook strandclub La Laterna, de enige in Italië die nog over gescheiden afdelingen voor mannen en vrouwen beschikt). En vanwege de Faro della Vittoria, de vuurtoren die gebouwd werd toen Triëst in 1918 na meer dan vijfhonderd jaar het Oostenrijks-Hongaarse juk afwierp (al moesten ze voor de bouw ervan wél de fundamenten van een Habsburgse vesting gebruiken).

Trieste Naso di DanteMaar voor de triestini van de harde lijn, die meteen in opperste vervoering raken van all things Italian, is er nog een bijzondere reden om de costiera te nemen: als je vanuit Triëst langs de kust de stad uitrijdt, kom je na een tiental kilometer door een uit de rotsen gehouwen tunneltje. Als je aandachtig kijkt, zie je daar, recht boven je hoofd, in tegenlicht ‘onmiskenbaar’ het profiel van Dante, met zijn typische haakneus.

Tom de Keyzer

-

Foto’s Creative Commons: www.atrieste.com.


Viewing all articles
Browse latest Browse all 10

Trending Articles